Ik ben geen fan van inleg op een fretbord. Mooi effen ebbenhout, prachtig gevlamde wenge of in dit geval glanzende bubinga – een beetje zonde om er in te snijden. Ik hou trouwens van sober – frets is al meer genoeg.
Maar om een gitaar bespeelbaar te maken, zijn side-dots wel een meerwaarde. Dus ja, standaard met side dots.
Ze komen als kunststof staafjes in zwart, wit of creme, 1.5 of 2 mm diameter. Gaatje boren op de juiste plek, er in kleven met een druppel secondenlijm en afwerken.
Side-dots kunnen ook makkelijk achteraf geplaatst worden.
Een erg leuk gitaarwerkje. Eentje waarbij je na 2 uur al veel resultaat hebt 🙂
Fretten op de gitaar zijn metalen staafjes op het fretbord die dienen om de snaren tot een bepaalde afstand in te korten en zo de gespeelde toonhoogte te verhogen.
De fretten voor gitaren worden gemaakt van een T-vormige draad, waaraan het horizontale balkje van de T een halve cirkel vormt en waarvan het verticale staafje van de T tandjes heeft. Die tandjes zorgen ervoor dat die in een gleufje in het fretbord geklemd kunnen worden. Soms worden ze gelijmd, maar ik ben daar geen fan van: het is niet nodig en het maakt het vervangen van de frets veel moeilijker.
De gleufjes waren gezaagd met een 0,6mm breed zaagje voor het aanbrengen van de bindings, het schuren van de radius en het gladschuren. Er zit dus wat vuil en lijmresten in de gleufjes en die moeten er voorzichtig uitgehaald worden.
Omdat ik warme lijm gebruik voor alle verlijmingen, konden de lijmresten makkelijk met een druppel water op de mespunt verwijderd worden.
Tweeëntwintig fretjes van lengte knippen en het verticale stukje van de T, de tang, aan twee kanten een 3-tal mm verwijderen. Het einde van het fretje zal immers over de binding hangen.
En dan kunnen de fretjes geplaatst worden. Als pers gebruik ik mijn tafelboormachine. De stift die het fretje in de gleuf drukt heeft dezelfde radius als het fretbord.
De eindjes moeten zo kort mogelijk afgeknipt worden.
En dan is het vijlen: eerst alle fretjes gelijk vijlen met het fretbord onder een hoek van 90°. Dan schuin veilen onder een hoek van 35°.
En dan de afwerking: er voor zorgen dat de fretjes overal baby-poep-zacht aanvoelen, allemaal exact even hoog liggen, netjes rond liggen met de top van de ronding in het midden en glimmend gepolijst zijn.
Veel van het speelplezier ligt in de tijd die de bouwer besteed aan deze details.
Vandaag de steuntjes gemaakt voor de stemmechanieken van een elektrische reisgitaar.
De gitaar moet klein genoeg zij om in mijn valies te passen. Daarom doe ik er alles aan om ze zo kort mogelijk te maken: een mensuur van 63,5 cm en de kop er af.
Stemmechanieken voor gitaren zonder kop zijn moeilijk te vinden, duur en vragen speciale snaren. Daarom ga ik voor stemmechanieken in de body met katrolletjes achteraan, zoals Traveler guitar het doet. Het grote voordeel is dat je gewone stemmechanieken en snaren kunt gebruiken. Eenvoud siert.
De installatie is wat gepriegel op twee kleine balkjes. Ze hebben een doorsnede van 14 bij 19 mm en dragen elk 3 stemmechanieken die er net op passen. Eigenlijk ongelooflijk dat die het houden – ze houden elk ongeveer 35 kg snaarspanning vast!
Een fretbord moet recht zijn, glad en bij gitaren met stalen snaren ook afgerond.
Dit fretbord is klaar om frets te ontvangen: afgerond met een schaaf en dan geschuurd van korrel 60 tot 2500 in 15 stappen. De radius is 12″. En blinken 🙂
Het prachtige hout is Bubinga. De binding is Amerikaanse esdoorn.