Er kwam een mooie, doorleefde Takamine met ceder top op de werkbank met een te hoge actie. Bij nader inzien waren er ook diepe groeven in de frets.
Frets vijlen, kronen en polijsten, zadel verlagen en de truss rod afstellen maakten het instrument terug bespeelbaar. Terwijl de snaren er toch af liggen geef ik zo’n oud instrument graag een flinke poetsbeurt. Onbehandeld hout zoals fretbord en brug worden gereinigd en geolied. Gelakte delen poets ik op met een zachte fijne polish, korrel 5000. Het is ongelooflijk hoeveel vuil van een oud instrument komt.
Fris gepoetst en perfect afgesteld terug naar een tevreden klant, goed voor weer vele jaren speelplezier.
Ik kreeg een schattige Yamaha APXT2 op de werkbank. Een erg leuk, klein gitaartje (mensuur 59 cm), met een pick-up en voorversterker ingebouwd. Praktisch voor op reis, in de zetel wat te tokkelen, …
Maar de actie was veel te hoog. Zadelhoogte 1 mm te hoog en de topkam varierend van 0,3 mm tot maar liefst 0,7 mm te hoog. Daar valt niet op te spelen zonder zere vingers. Toch jammer dat ze dat zo de fabriek laten verlaten. De topkam invijlen met de juiste vijlmaatjes en de kam van het zadel afschuren maakt dat dit instrumentje leuk is om uren op te tokkelen.
Deze Ukelele, een Snail sopraan, moet versterkt kunnen worden. Ik heb er een K&K Big Island spot ingebouwd. Dat is een piëzo-elementje dat aan de binnenkant gekleefd wordt. Wel wat gepriegel in zo’n klein instrument.
Terwijl de snaren er toch af waren, ineens de actie correct gezet. Zoals dat vaak gaat met instrumenten van deze prijsklasse, moesten daarom ook de frets gevlakt worden. Een correcte actie kun je niet bereiken als de frets niet perfect vlak liggen. Maar nu speelt die als een zonnetje!
Vandaag kwam er een mooie Gibson J-45 steelstring op de werkbank met als foutmelding dat het volume van de bas en trebble E een pak lager was dan dat van de andere snaren indien aangesloten op een versterker.
De gitaar komt met een LR Baggs VTC onder zadel pickup. Dat is een piëzo-elementje met een voorversterker. De piëzo is gebouwd als een coaxkabel met als isolator het piëzomateriaal. Die kabel zit in de gleuf onder het zadel en boven de brug en vangt daar de trillingen van de snaren op.
De druk op het piëzo-element moet overal gelijk zijn om gelijk volume te geven en daar loopt het al eens mis. Voorwaarden hiervoor zijn dat het zadel onderaan perfect recht moet zijn, dat het zadel vrij moet kunnen bewegen in de sleuf en dat de sleuf in de brug onderaan perfect vlak moet zijn.
Controle van het zadel toonde de oorzaak van het probleem:
Je ziet dat aan de beide einden er behoorlijk wat licht tussen de lat en het zadel schijnt. Ik vermoed dat de actie van de gitaar ooit eens op niet zo’n professionele wijze verlaagd is.
Het vlakken van de onderkant van het zadel heeft het probleem volledig opgelost.
Ik kon vier setjes zijkanten en rug bemachtigen van één van de gekapte platanen van de Antwerpse leien. Eén van die bomen is tot gitarenhout verzaagd. Jammer genoeg heb ik nog geen setje voor een archtop kunnen bemachtigen, dus het worden vier platte gitaren.
Het Antwerpse hout bracht me op het idee om een gitaar te maken uit zoveel mogelijk lokale houtsoorten. Zijkanten en rug had ik dus al. Voor het bovenblad maak ik geen compromis: dat moet vurenhout uit de Alpen zijn. Toen we ons huis kochten, lag hier een 4 cm dikke boolplank kerselaar door het midden van de boom: dat wordt de hals.
Een moeilijk onderdeel is het fretbord: dat moet keihard zijn, stabiel en vermits al het ander hout licht van kleur is, graag donker zijn. Er zijn weinig of geen echt donkere lokale houtsoorten. Misschien Seringenhout of Taxus, maar moeilijk te vinden en al helemaal niet zwart.
Een collega bouwer / meubelrestaurateur wou me een stukje verkopen van wat ik nodig had: een stuk eik dat enkele duizenden jaren in een moeras gelegen had. Zilverzwart, keihard – wat was ik daar blij mee!
En dan het plan: het wordt een Martin 000 geïnspireerd model, gebaseerd op een plan van R.M. Mottola met een geschroefde hals – mijn eerste accoustische gitaar met geschroefde hals.
En nu nog tijd – de beschikbare tijd wordt goed gevuld met herstellingen. Dus het wordt een lang proces.
De hals
De hals is gelamineerd en opgebouwd uit twee lagen kerselaar met daartussen een laagje esdoorn. Fretbord en de topplaat onder de stemschroeven zijn in eik. Lamineren heeft twee grote voordelen: de stabiliteit van het hout verhoogt enorm en je kunt met dunner hout werken. Het enige nadeel is dat het wat bewerkingsstappen extra vraagt.
Een mooie Fender 40th Anniversary Stratocaster Candy Apple Red op de werkbank – en ik vergat jammer genoeg een foto van de hele gitaar te nemen.
Ze is niet meer bespeelbaar: buzz op verschillende plaatsen op de hals.
De oorzaak zijn versleten frets. Soms is het moeilijk te zien met de snaren er op. Bij deze had ik het probleem wat onderschat.
De put in de eerste fret is duidelijk, ook de tweede fret is wat vlakker. Maar deze gitaar is jarenlang bespeeld door een semi-professional en er waren veel frets die heel wat sleet hadden. Wanneer die sleet door het benden veroorzaakt wordt, is die moeilijk zichtbaar – je krijgt dan immers geen put, maar de hele fret slijt weg.
De oplossing is het vlakken van de frets. Dat wil zeggen: alle nog goede frets vijlen tot ze allemaal terug in het vlak liggen – de uiteindelijke hoogte wordt gedicteerd door de meest versleten fret. Mochten enkele frets te erg zijn, dan kunnen die op voorhand vervangen worden, maar dat was in dit geval niet nodig.
Na het vijlen moet de frets terug ‘gekroond’ worden. Dat wil zeggen dat ze terug een ronde kop moeten krijgen, zodat het hoogste punt van de fret in het midden valt. Doe je dat niet, dan klinkt de gitaar vals. Nadat elke fret in vorm gevijld is, worden ze nog geschuurd en gepolijst. Ook het fretbord en alle andere metalen delen worden opgepoetst. Fijne krasjes worden ineens mee uit de lak gepolijst.
Bij dit instrument waren de stelschroefjes in de zadels vastgeroest. Een dag weken met kruipolie loste de roest en het probleem niet op. Gelukkig zijn deze zadels nog nieuw te verkrijgen. Met vlakke frets, een perfecte lage afstelling en helemaal opgepoetst is dit instrument terug een juweeltje.
Het is blijkbaar de maand van de losse bruggen. Twee Alhambra klassieke gitaren met hetzelfde probleem.
Zoals je op de foto kunt zien, komt de achterkant van de brug omhoog. Mocht je dat bij je eigen gitaar zien, haal dan onmiddellijk de spanning van de snaren en breng ze binnen voor herstel. De schade is mogelijks groter als je wacht tot de brug er afvliegt…
Wanneer de brug voorzichtig losgemaakt is, wordt de oorzaak van het loskomen duidelijk.
De verlijmingszone was niet netjes uit de vernis gesneden en de lijm was slecht verdeeld.
Het bovenblad wordt bij het bouwen van de gitaar eerst volledig vernist. Dan wordt op de plaats waar de brug gaat komen de vernis weggesneden. Om het bouwen wat goedkoper te maken, wordt deze werkwijze soms wat aangepast: men kleeft een stukje tape op de plaats waar de brug moet komen voor het vernissen en haalt dan achteraf de tape weg om de brug te kunnen lijmen. Dit is echter minder nauwkeurig werk, zoals je kunt zien op bovenstaande afbeelding: er is nog een rand vernis blijven staan onder de brug. Het lijmvlak is hierdoor kleiner en de brug “zweeft” boven het hout door de dikte van de vernis. Dit verzwakt de verlijming. Als er dan nog een dikke worst slecht verdeelde lijm op gespoten wordt, dan zijn problemen te verwachten…
De oplossing is om alle oude lijm te verwijderen, de vernis wel fatsoenlijk weg te halen en opnieuw te lijmen.
Ik verkies beenderlijm omdat die reversibel is: mocht de brug ooit terug loskomen, dan heeft de volgende luthier al niet het werk om de lijmresten te verwijderen. Gewoon een beetje extra verse lijm toevoegen en plakken maar. Synthetische lijm moet volledig verwijderd worden voor er terug een stevige verlijming kan gebeuren.
Met een rij brugklemmetjes wordt zachte druk netjes verdeeld. Vierentwintig uur laten rusten en dan oppoetsen, verse snaren en weer vele jaren speelplezier.
Brug nummer twee was losgekomen om een andere reden: hier was de vernis te diep ingesneden – wel een millimeter diep in het fretbord. De vezels die aan de achterkant geen steun meer hadden, hebben meegegeven onder de kracht van de snaren. Het rood lijntje op onderstaande foto geeft de zone die te diep ingesneden is. Een aantal vezels hangen bij het losmaken nog aan de brug, een ander deel hangt er nog als een losse flap aan.
Ik heb de losse vezels met warme lijm vastgelijmd en laten uitharden. Dan het geheel gevlakt, zodat een groot lijmvlak ontstaat. De brug terug gelijmd met warme lijm en die zou moeten blijven hangen.
Dit zijn natuurlijk problemen die het herstellen bemoeilijken. Mochten de vlakken netjes en groot genoeg uitgesneden zijn, niet dieper dan de vernis, verlijmd met warme lijm, dan zouden deze herstellingen makkelijker zijn en vooral ook minder nodig.
Een gat in de gitaar. Een ongeluk is vlug gebeurd. Een gat in de upper-bout van een mooie klassieke gitaar.
Ook aan de binnenkant is de schade zichtbaar. Het is gelamineerd hout, dus eigenlijk wel best sterk en niet gevoelig voor barsten, maar alles kan stuk.
Er moet aan de binnenkant een patch op, zodat het geheel terug stevig is en om er voor te zorgen dat aan de buitenkant het nog aanwezige hout zo goed mogelijk zijn oorpronkelijke positie terug aanneemt.
Ik maak de patch voor de zijkant uit hardhout, afgerond en gebogen zodat die de juiste kromming van de zijkant volgt. Vastkleven met een aangepast recept beenderlijm voor lange opentijd.
Ik boor er een gaatje in van 1 mm, zodat ik de patch met een snaar en een klemmetje kan opklemmen tegen de buitenkant.
Dit drukt het het overgebleven hout van de zijkant mooi terug in het vlak en perst wat overschot beenderlijm in de barst. Mijn traag drogend beenderlijmreceptje moet in tegenstelling tot gewone beenderlijm zeker een dag uitharden.
De ontbrekende splinter werd vervangen met harde schellak op kleur. En dan vernissen en slissen tot het blinkt…
Deze is binnengekomen met een luide brom wanneer ingeplugd.
Het is lastig om aan de elektronica te werken van een Jazz-gitaar, omdat er nagenoeg nooit een toegangsluikje zit en dus alle werk via de f-gaten moet gebeuren. Ook hier.
Waarschijnlijk heeft de jack ooit los gestaan, want de massa-kabel was losgekomen. Maar er was meer aan de hand. Het klemmetje van de jack zag er wat verbogen uit en het voelde erg “licht” naar wat ik gewoon was van die dingen.
Op de foto zie je onderaan wat er gemonteerd was, en bovenaan wat ik in voorraad had. De dikte van het klemmetje is bij de gemonteerde jack 0,45 mm dik en bij mijn stock-product 0,70 mm. Een duidelijk kwaliteitsverschil dus. De gemonteerde jack was niet (meer) goudkleurig, zoals de rest van de hardware. Is die ooit door iets minderwaardig vervangen geweest of is die zo geproduceerd? Geen idee.
Er is een nieuwe, goudkleurige Pure Tone jack in gegaan.
Die klemmetjes zijn 0,52 mm dik, maar het zijn er wel vier voor een mono-jack. Zowel de tip als de sleeve worden door twee klemmetjes vastgehouden, wat een erg stabiele verbinding geeft. Weg brom.
De setup van de gitaar was ook niet ok. De hals stond krom, waardoor een heel hoge actie ontstaan was. De truss-rod bleek los te zitten. Ik heb hem over een aantal dagen telkens een beetje bijgespannen en dan een week laten rusten en de hals kwam gelukkig terug recht. Dit is geen DIY-job – teveel spanning en je truss-rod gaat door de hals / fret bord komt los of ander onheil. Geduld, meten, wachten…
Actie regelen, intonatie juist zetten en nog een kleine poetsbeurt en de gitaar is weer klaar voor jaren speelplezier.
De topkam bleek in kunststof en onderaan recht te zijn. Bij Fender ligt de topkam echter in een groeve die niet vlak is, maar de radius van het fretbord volgt, vandaar de breuk. Onder de kam zat een hoop lijm. Je ziet op de foto ook dat de groeve waarin de kam ligt, niet meer recht is: aan de hoge E-kant staat de groeve open.
Ik heb de lijm verwijderd, de groeve recht gemaakt, een nieuwe topkam gemaakt uit een stukje been en die met een druppel warme lijm vastgemaakt.
De Mustang kon nog wel wat meer liefde gebruiken – nieuwe frets, fretbord vlakken, stemmechanieken vervangen en een polijstbeurt bijvoorbeeld – maar dat zat helaas niet in de opdracht.
Nieuwe snaren er op en dit is het resultaat:
Ondanks de staat van de frets is de bespeelbaarheid nog redelijk. Genieten van het fijne “twang”-geluid!